Maar welke vorm komt het meest voor? En welke dader komt het meest voor? Een ouder of een ander familielid zoals een broer, een zus of wellicht andere kinderen in je omgeving? Ben je misschien diegene die net op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats is?
Elk jaar, in de maand november, staan we stil bij de week van de kindermishandeling. Gedurende die week ben ik alert en erg emotioneel. Het brengt mij niet alleen terug naar mijn jeugd, maar door de jaren heen heb ik als hulpverlener hier ook veel van gezien en meegemaakt.
Nadia is een meisje van 15 jaar en ze gaat naar het voortgezet onderwijs. Nadia heeft naast haar ouders nog drie broers en twee jongere zusjes. Haar ouders leven langs elkaar heen omdat het in de familie niet is toegestaan om van elkaar te scheiden. Vader is vaak van huis voor werk en na het werk hangt hij buiten met vrienden. Ook moeder is vaak uit huis. Ze heeft veel vrienden, kennissen en familie waar ze naar toe gaat en haar dag besteedt. Vader zorgt niet voor het geld. Echter, vader betaalt wel de vaste lasten en geeft moeder enkel wat geld voor de boodschappen mee. Van haar oudste zoon krijgt moeder vaak zakgeld. Wel is dit vreemd, want zelf werkt hij niet maar heeft altijd geld op zak. Met dit geld koopt moeder kleding en andere leuke dingen voor de kinderen en zichzelf.
Nadia vertelt: “Vreemd, mijn moeder is anders dan de moeders van de jongeren op mijn school. Zij werken en spreken de Nederlandse taal goed. Ik vind het erg moelijk om mij te concentreren op school. Vaak ben ik met mijn gedachten thuis. Ik wil eigenlijk liever helemaal niet naar huis, er heerst een negatieve sfeer thuis. Ik heb ook vaak last van mijn buik en ben erg bang”
De ouders van mijn klasgenoten komen vaak naar oudergesprekken op school. Mijn ouders komen helemaal niet naar oudergesprekken, ze vinden het niet belangrijk. Later ga ik trouwen met mijn neef. Ik weet niet of ik wel met mijn neef wil trouwen. Ik weet ook niet of ik nog de keuze heb om met iemand anders uit de familie te trouwen. Ik wil nog wel met een paar “katjes” als reserve praten. Ik vind dat ik geen diploma nodig heb om te kunnen werken. Gelukkig draag ik geen hoofddoek. Want, als dat er ook nog eens bij komt, dan kan ik net zo goed stoppen met leven. Ik heb verder niet veel vrienden, omdat ik van mijn oudste broer niet naar buiten mag na schooltijd. Mijn broer vindt dat ik als meisje thuis moet blijven. Ik kon weleens “slet” genoemd worden en dan zou mijn neef mij niet meer willen.
Laatst heb ik de pinpas van mijn moeder gekregen. Ik mocht eindelijk wat nieuwe kleding voor mezelf kopen. Ik zag een mooie leren legging hangen en die heb ik meteen gekocht. Thuis aangekomen heb ik gelijk mijn nieuwe legging aangepast. Ik was benieuwd hoe deze mij stond. Mijn broer kwam ineens mijn kamer binnen en ik kreeg meteen flinke klappen…. Hij schold mij uit en droeg mij op de leren legging uit te doen en terug te brengen naar de winkel. Mijn moeder zei er niks van. Ze zei; hij is je broer en betaalt het meest voor ons als het om kleding gaat. Hij is de baas en dus ook over jou.
“Ik haat mijn familie, ik haat het feit dat ik niks mag! Alles wat ik doe is fout!”
Dezelfde dag kwam mijn broer laat thuis. Iedereen sliep en hij maakte mij wakker. Hij zei; maak eten voor mij klaar, ik heb honger! Ik had er helemaal geen zin in en zei tegen hem; doei! Ik lig in bed, doe het zelf maar! Voor ik het wist werd ik uit mijn bed gesleurd. Hij trok erg hard aan mijn haar en gaf mij een paar schoppen er achter aan. Hij zei; “Ben je nu wakker? Schiet op trut!”. Nadat ik zijn eten had klaargemaakt ging ik terug naar mijn kamer. Ik was erg verdrietig en moest huilen. Ik sprak mezelf toe en zei; “Nadia niet huilen, gauw slapen, morgen moet je weer vroeg op voor school”.
In mijn bed fantaseerde ik over een familie die ik wellicht in de toekomst zou willen hebben. Een moderne, zelfstandige en lieve advocaat als moeder, een zusje en een vader die mij elke dag naar school brengt. Toestemming om te gaan sporten en samen met het hele gezin op vakantie. Van mijn nieuwe familie mag ik vaak met vrienden naar buiten. Elke ochtend samen met elkaar aan het ontbijt dat mijn ouders om en om voor ons klaarzetten.
Ineens gaat mijn wekker… ik wil niet wakker worden. “Is er geen goede fee die mij hieruit kan helpen?”