Bayram is een Moslims offerfeest en duurt drie dagen. In Nederland woonden weinig familieleden en kennissen van ons, daardoor vond ik Bayram vieren meestal heel saai. Ook werkte mijn vader vaak, omdat hij voor het feest geen vrij kreeg van zijn werkgever. Thuis kreeg ik vaak nieuwe kleren voor het feest, maar nu was ik bij mijn tante in Turkije. Ik was zo zenuwachtig over wat ik aan moest.
Huis van aarde
Mijn tante en oom hadden het niet breed in die tijd. Hun huis was gebouwd van aarde. Er was één gezamenlijke woonruimte, waarin ik en mijn nichtje ’s nachts sliepen. Verder was er in huis een slaapkamer voor mijn tante en oom en een Misafir Odasi, dat is een mooi ingerichte kamer voor als er bezoek komt. Er was geen geld voor nieuwe kleding of zakgeld, dus kreeg ik voor het feest kleding uit de kast van mijn nichtje. En ik mocht van mijn zwager een cadeau kiezen: chocola of cola. Ik koos voor cola, dat vond ik zo lekker als kind.
Het feest begint
s’Ochtends vroeg bij zonsopgang staan we op. De Imam roept iedereen naar de moskee, het klinkt zo mooi en hemels…
Mijn oom gaat naar de moskee voor het Bayram-gebed. Ondertussen maken mijn tante en ik het uitgebreide feestontbijt klaar. Met melemen erbij, een traditioneel Turks gerecht met groenten en eieren. Als mijn oom weer terug is, gaan we met z’n allen op de grond zitten en ontbijten. We eten snel, om op tijd klaar te zijn als al het bezoek komt.
Onze voordeur staat open, ernaast staan snoepjes en eau de toilette (kolonya) om je mee op te frissen en je handen mee schoon te maken of te reinigen. Plotseling horen we kinderstemmen en voetstappen. De kinderen willen onze handen kussen, zodat ze snoepjes krijgen. Daarna komt een ander groepje kinderen langs, dit gaat zo de hele dag door.
Tussendoor is mijn oom een schaap gaan halen dat al geslacht is. Zij kopen maar één keer per jaar vlees, omdat het heel duur is. Iedereen is superblij en mijn tante steekt buiten het houtvuur aan om het vlees te bakken. Eigenlijk lust ik geen vlees, maar ik moet van mijn tante toch een beetje eten. Ze zegt: het is heilig vlees.
Mijn tante deelt het vlees met de buren die niets hebben. De rest snijdt ze in stukken en gaat de diepvries in, voor volgende maaltijden.
Familiebezoek
Daarna komen de jongere familieleden bij ons langs. We dekken die dag wel vijf keer de tafel op het grond. We eten vleesgerechten met witte Turkse rijst, salade en Turkse Ayran (karnemelk). Veel gepraat, er hangt een gezellige de sfeer. Daar hoort natuurlijk ook Turkse thee met nootjes bij. Het is al bijna middennacht als iedereen naar huis is en wij gaan slapen. Morgen begint het hele ritueel weer opnieuw. Op de derde feestdag gaan mijn tante en oom naar hun oudere familieleden. Die dag kan ik lekker even uitrusten, samen met mijn nichtje. Zij leest romans en ik kijk tv-series of ga haken.
Als meisje moet je alles leren, zei mijn tante in die tijd tegen mij. Haken, breien en vooral koken. Van haar heb ik al jong geleerd om de keukenkasten open te doen en gerechten te maken met wat je in huis hebt.
Als ik nu aan de feestdagen denk, word ik een beetje triest. Het feest is nu meer een verplichting geworden.
Het feest duurt nu meestal maar één dag en mensen gaan alleen naar hun echt naaste familie. De meeste mensen nemen er geen vrij voor van hun werk. Wie wacht nog vol spanning op de feestdagen? Hoe langer we in Nederland verblijven, hoe meer mensen in onze gemeenschap ook kiezen voor de IK cultuur in plaats van de WIJ cultuur uit ons moederland.