Meryem is een stil en angstig meisje. Op school durft ze geen contact te leggen met klasgenoten. Hoe is haar thuissituatie nu? Ze woont op dit moment bij haar moeder in Zaandam. Haar vader heeft ze al een jaar niet gezien. Hij zat een tijd in de gevangenis, onder andere wegens het mishandelen van haar moeder. Meryems moeder is erg depressief en gaat de deur niet meer uit, ze piekert de hele dag door. Moeders enige wens is om haar familie in Turkije op te zoeken, want dat zal haar en haar dochter innerlijke rust brengen. De leraren maken zich zorgen om Meryam, daarom meldt school haar aan voor gezinsbegeleiding.
Meryem ontmoet haar vader
De rechter heeft bepaald dat vader het recht heeft om Meryem weer te zien, onder toezicht van een hulpverlener. Moeder staat hier niet achter, maar ze heeft geen andere keuze dan dit accepteren. Unalzorg is gevraagd om de begeleide omgangsregeling in gang te zetten. Onze gezinsbegeleider legt aan Meryem en haar moeder uit hoe begeleide omgang gaat. De afspraken vinden bij ons op kantoor plaats. Zij haalt Meryem thuis op en is er ook de hele tijd bij als Meryem haar vader ziet. Moeder vraagt of de begeleider aan vader toestemming wil vragen om met Meryem op vakantie te gaan naar Turkije, om haar familie te bezoeken.
Waarom moet ik papa zien? Ik heb hem niet gemist, hij is altijd boos en we doen altijd alles verkeerd.
Het is de dag van de eerste afspraak. Meryem heel nerveus, omdat ze haar vader na zo lange tijd weer gaat zien. Ze zegt: “Ik hoop niet dat hij weer gaat schreeuwen en aan mij vraagt wat mama allemaal doet. En dat hij weer zegt dat God me straft als ik niet eerlijk ben.’’ De gezinsbegeleider stelt haar gerust: “Meryem, er gebeurt straks niets dat jij niet wil, ik ben erbij. Als deze ontmoeting niet goed voor je, dan zoeken we daar een oplossing voor. Ik ben er echt voor joú. Ik ga je ook helpen met je opdrachten op school.”
Dan komt Meryem’s vader binnen. Hij heeft een doos met trostomaten bij zich en een boeket rode en witte rozen. Voor wie zijn deze cadeaus? Vader heeft geen oog voor Merym, geen omhelzing, niets. Hij begroet de hulpverlener met “merhaba”, dat betekent hallo in het Turks. Vader spreekt gebrekkig Nederlands en praat in het Turks met haar verder.
Het gesprek begint goed, al toont vader nog steeds geen enkele interesse in Meryem.
Opeens stelt vader de begeleider vragen over haar relatie met moeder. “Ken jij mijn vrouw goed? Ben jij een vriendin van haar?” De begeleider antwoordt rustig dat zij de gezinsbegeleider is en er is om hen allemaal te helpen. Dan legt ze uit dat moeder graag met Meryem haar familie in Turkijke wil bezoeken. Dat vader daarvoor toestemming moet geven. “Een vakantie zal hen goed doen, ze hebben allebei veel meegemaakt. Als u akkoord bent met de vakantie, dan kunt u dit formulier ondertekenen. Daar maak ik dan een foto van.” Vader gaat akkoord! Hij ondertekent het toestemmingsformulier. De begeleider stuurt de foto door naar moeder.
Dan wordt vader plotseling boos en gaat tekeer: ‘’Jij bent een spion! Je bent stiekem vrienden met mijn ex, jullie gaan mijn dochter ontvoeren! Ik laat jullie allemaal ontslaan en ga nu aangifte doen bij de politie!” Hij pakt het formulier en scheurt het doormidden.
Geschrokken kruipt Meryem in een hoekje van het kantoor. Waarom is hij wéér boos?
Wat wil vader bereiken?
Na zijn uitval wordt vader weggestuurd en gelukkig vertrekt hij. Troostend slaat de begeleider een arm om Meryem heen. Zij brengt haar direct terug naar huis. In de auto zegt Meryem: “Ik hoef papa nooit meer te zien, want hij ziet mij toch niet.”
Vader komt na het doen van aangifte terug naar kantoor en wil de directie spreken. Want – zo beweert hij – de begeleider zal zijn dochter ontvoeren en hij wil dat ze ontslagen wordt. Dan ziet hij zijn boeket rozen liggen, pakt het en loopt ermee de deur uit.
Hoe komt het dat vader zijn dochtertje compleet negeert? Hoopte hij met de cadeaus een goede indruk op zijn ex-vrouw maken? Denkt hij alleen aan zichzelf? Tot op heden weten we de antwoorden niet.
Helaas leven we in een tijd waarin veel huwelijken en gezinnen niet meer zo hecht en duurzaam zijn als voorheen. Dan is het al snel ieder voor zich.